Wednesday, 1 September 2010

Paperback writer

Voor en tijdens elke zomer paradeert in kranten en tijdschriften de hele meute super-BV’s en dito politici, die zelfgenoegzaam komen verkondigen dat ze tijdens hun vakantie een hele stapel boeken verslinden in twee weken tijd, naast de uitgebreide bourgondische – uiteraard zelf klaargemaakte – eetfestijnen die ze in die vakantie houden, de diverse bezoeken die ze afleggen om de nieuwe culturen die ze verblijden met hun aanwezigheid te doorgronden, de ontdekkingen van de trendy theatertempels te volbrengen, en daarnaast ook nog te diepzeeduiken, valschermspringen, raften, kitesurfen, of zelfs een eigen kookboek / lifestyleboek / kleurboek uit te brengen.

Terwijl ik me het hoofd zat te breken over hoe ze er dan op twee weken tijd in slagen om naast al die activiteiten te lezen aan een gemiddelde van zowat 500 bladzijden per dag, pakte ik mijn armtierige voorraad leesvoer in, in de hoop om daar op die twee weken tijd al dan niet gedeeltelijk door te geraken, zonder al de bovenstaande sexy activiteiten.

Omdat de media er vol van stonden, en ik nog maar nauwelijks iets had gelezen van Tom Lanoye, ging "Sprakeloos" mee de tent in. Het eerste deel van het boek is vooral een klaagzang over een gebrek aan inspiratie - tell me about it - om aan dit boek te beginnen, en dan ook nogal moeilijk om door te geraken. Verschillende lezers zullen hier na veel gezucht waarschijnlijk al opgegeven hebben, de mening toegedaan dat het boek toch niet zoveel voorstelt. Maar wat dan volgt is een rit door het leven van zijn moeder, met de rest van zijn familie als figuranten, en de gevolgen die haar doortastend karakter hebben op de anderen. Het wordt een pakkend verhaal dat je met moeite weer loslaat, en dat je doet begrijpen waarom Tom Lanoye Tom Lanoye is en de overdreven gehypte Dimitri Verhulst nog heel wat heeft te leren. Wellicht zal niet iedereen het met mij eens zijn, en hij krijgt niet altijd lovende kritieken voor dit werk, maar ik neem mijn hoedje af voor Tom. Sprakeloos, als het ware.

Vakantie mag natuurlijk ook wel een tijd zijn voor wat luchtiger literatuur, en dus gingen er een paar afgeprijsde, "moet weg", 5 euro-koopjesboeken mee, in de hoop die BV-gewijs vlug-vlug erdoor te jagen. Het eerste daarvan, "Enigma in Parijs", bleek een uit het Spaans vertaalde detective, en een boek dat zo zwaar te verteren was als een kilo kaas na een hoop crème brulée en gratin dauphinois. Ten eerste ben ik al absoluut geen fan van detectiveverhalen, en dacht ik die samen met Simenon en Agatha Christie in mijn schooltijd te hebben achtergelaten. De hedendaagse hype waarbij ze weer als paddenstoelen uit de grond schieten gaat dan ook volledig aan mij voorbij, en in de Standaard Boekhandels van deze wereld loop ik er liever in een grote boog omheen. Ten tweede, en ik weet niet of dat aan het originele Spaans of aan de vertaler ligt, was het geschreven in zo'n hoogdravende taal, dat je sommige zinnen twee keer moest lezen, en daarbij nog niet altijd goed begreep waarover het nu ging, waarbij je bijna starend over hele pagina's ging, zonder dat er inhoudelijk iets bleef hangen. Het is namelijk niet de eerste keer dat ik een vertaling uit het Spaans lees, en steeds heb ik daarbij hetzelfde probleem. Laat ik dus maar nooit aan avondschool Spaans beginnen.

Het volgende boek was zo mogelijk nog luchtiger, en uit de categorie Chicklit, dat het goed doet op momenten waarop je je verstand op nul wenst te zetten: "Liefde op het tweede gezicht"; een vertaling uit het Engels van het schrijversduo Josie Lloyd en Emlyn Rees, die deze boeken zowaar met twee schrijven en er nog geld aan verdienen ook. Niet dat ik neerbuigend wil doen over chicklit, want er zitten soms wel leuke auteurs tussen die een spannend verhaal te vertellen hebben. Deze apotheose van de plot zag ik echter al van in het zuiden van Frankrijk aankomen, maar het ging goed vooruit en het doel van dit boek was dan ook bereikt: verstand op nul en compleet ontspannen.

En daarmee was dan ook de limiet van mijn boeken bereikt. Met alle uitstapjes, wandelingen, zwempartijen en etentjes, was de boekentijd om - en dat was dan nog zonder het diepzeeduiken, valschermspringen, raften, kitesurfen of zelf een boek te ontwerpen.

Onderweg begon ik nog in het iets serieuzere "De ontdekking van Congo", maar dat werd nu pas thuis beëindigd. Het is een ernstig journalistenverhaal over hedendaags Congo en de naweeën van een onverzorgde geschiedenis; naar mijn smaak veeleer een opsomming van feiten in TV-commentaarstijl (wat wellicht ook de bedoeling was, gezien de gelijkaardige TV-reeks "Bonjour Congo"), zonder al te veel franje en minder lyrisch om lezen, maar het geeft wel een goed, haast moedeloos overzicht van hoe het met Congo misschien nooit meer goedkomt, ondanks alle geld, hulp en Belgische politici die er naartoe worden gezonden. Een weinig positief verhaal; misschien toch maar weer tijd voor wat chicklit.
(Illustr. Mark A. Hicks)

1 comment:

Phil Dutré said...

Het Congo-boek vond ik nochtans wel leuk om lezen. Weliswaar in een wat eenvoudiger literaire stijl, maar het deed me een beetje jongensgewijs wegdromen naar lang vervlogen tijden van als ontdekkingsreiziger naar den vreemde ten gaan.