Na mijn studiepauze duurde het een viertal
maanden voor ik weer aan de slag kon. Over de debacles die ik daarvoor moest
doorstaan was hiervoor al één en ander te lezen. Gelukkig kwam er een ogenblik
waarop enkele mensen besloten om een aanwerving niet in handen te leggen van
een wereldvreemde rekruteerder die het beoordelen van de capaciteiten van een
kandidaat aanpakt als vanuit de rode zetels bij Natalia en Bent Van Looy, maar er
zelf tegenaan gingen met een to-the-point test, enkele dieper gravende gesprekken
en een stevige portie gezond verstand. Daaruit werd besloten dat het wel veilig
genoeg was om het werk waarvoor de selectie gebeurde over te laten aan iemand
met de nodige ervaring, diploma’s en denkvermogen. Helaas worden nog steeds een
boel generatiegenoten beoordeeld door jonkies met een aandachtsspanne van 5
seconden die een cv en ervaring minder waarde toekennen dan pakweg een
Instagramaccount.
Een jaar werkonderbreking bood op meerdere
vlakken een openbaring, maar voor mij persoonlijk was het in de eerste plaats
de cursus van professor Van Hootegem rond change
management, arbeidsorganisatie en het nieuwe werken, die voor een duidelijke
aha-Erlebnis zorgde. De nieuw aangebrachte arbeidsorganisatie leek me eigenlijk
een simpele toepassing van – tja – het Gezond Verstand (en ook wel een beetje
van hoe-het-vroeger-in-de-beginsituatie-vóór-al-die-onzin-was), waarbij het me
aan het eind van het semester onbegrijpelijk leek dat niet elke onderneming die
onmiddellijk wilde toepassen. Terug in de praktijk bleek die logische klaarheid
echter ver te zoeken.
Heel wat organisaties blijken zo te zijn
vastgedraaid in een onontwarbaar kluwen van bureaucratisch geneuzel, dat ze
door het bos de bomen niet meer zien. Via een heel procedé aan administratieve
geplogenheden, van het invullen van standaardformulieren om een collega in
actie te krijgen voor iets wat bijdraagt aan de hele organisatie (en eigenlijk
niet meer of niet minder uitmaakt dan de eigenlijke job van die collega), tot
het redigeren en rapporteren van de acties die je hele takenpakket uitmaken aan
een niet nader genoemd extern lichaam onder het mom van kwaliteitscontrole,
waarbij dat extern lichaam op basis van die rapportage komt beoordelen of jij
je werk wel naar behoren uitvoert en – wat meer is – of dat wel gebeurt volgens
de “regels” die dat extern lichaam in het leven heeft geroepen – naar ik
veronderstel ook op basis van jouw rapportage, vermits de leden van dat extern
lichaam uiteraard totaal geen kaas hebben gegeten van de job die jij doet. En
zo onderhoudt een dergelijke bureaucratie zichzelf, doordat de hele
administratieve molen errond compleet in een rondje blijft draaien, tot hij op
lange termijn vastloopt (of ontploft – vraag maar aan NASA).
Daarnaast gaan mensen op basis van een zekere
bureaucratische structuur oordelen dat bepaalde taken niet meer tot hun eigen pakket
behoren, en zullen ze de spreekwoordelijke paraplu opentrekken: van zodra iets wordt
gevraagd, zoeken ze een excuus om het niet te moeten doen, gaan ze anderen
aanwijzen en betrekken, en wordt daarbij een hele rits verantwoordelijken in
kopie gezet op het e-mailverkeer, allemaal om alle persoonlijke
verantwoordelijkheid van zich af te schuiven in de richting van anderen. Er
worden taken als een “hete patat” over diensten heen aan collega’s doorgegeven,
ook al hebben die daar inhoudelijk niets mee te maken. Dit soort carrousel gaat
door tot ergens in de cyclus weer een verantwoordelijke met gezond verstand
oordeelt dat de taak toch terug bij die persoon terechtkomt, omdat het nu
eenmaal zijn/haar taak is, wat uiteraard voor bijkomende wrevel zorgt.
Ondertussen werd een heleboel tijd, geld en vooral energie verspild en daar
doen burn-outs hun intrede, wat in veel organisaties nu het geval is, maar waar
het management vaak blind voor blijft.
Uiteraard zijn er nog andere aspecten die een
burn-out in de hand werken, zoals het flagrant negeren of net het betuttelen
van mensen, het ontkennen van talenten en het ontnemen van alle zelfstandigheid
– iets wat met de voorschrijvende bureaucratie uiteraard steeds frequenter en
erger doordraait. In combinatie met de vereconomisering van de werkplaats – “je
moet opbrengen want je wordt tenslotte meer betaald” – zal dit klimaat van citius, altius, fortius het werk steeds
onwerkbaarder maken en meer mensen doen afhaken, omdat ook voor enige rust,
zelfrelativering en introspectie helemaal geen plaats meer is. De wereld draait
door. En hoe…