Hoewel de meeste festivals de laatste jaren doorgaans aan mij voorbijgaan, met uitzondering van een sporadische verschijning van een must-see artiest die mij toch kan verleiden om naar bv. een TW Classic te gaan, was er afgelopen vrijdag geen ontkomen aan. In eigen dorp was het naar jaarlijkse gewoonte weer Pukemarock, dat nu vanuit het centrum van Puurs wat dichter naar ons eigenste Liezele was opgeschoven, alwaar het tussen het Fort en het JOC Wijland was opgesteld. Enkele weken geleden kwamen de buren melden dat ze kaarten hadden, en het plan hadden opgevat om van die bewuste vrijdagavond een “burenuitje” te maken, samen met ons en de overburen.
Omwille van het wankele weer dat we nu al een tijdje meemaken, flitsten mij onmiddellijk de herinneringen aan enkele minder geslaagde festivals mijner jeugd door het hoofd: de moddergevechten in Werchter, het alomtegenwoordig opstuivende stof en de brandende zon, het gedrum van plakkende lijven voor het podium van een gegeerd performer, de duur verkochte creaties van vlees, pasta, brood en in mindere mate groenten, verschaald bier, en de bij dit alles horende associatieve geuren.
De buurman bracht verlossing door te melden dat het om VIP-kaarten ging, aangezien hij als chirurg en dus zelfstandige jaarlijks werd verzocht om het feestgegeven mee te sponsoren. Het vergde mij enige moeite om de beelden op mijn netvlies van ongeschoren, uit leder- of andersoortige Hosen puilende dikkerds met een bier- dan wel lijfgeur te convergeren tot een VIP-evenement, en het was dan ook niet geheel duidelijk waaraan ik mij mocht verwachten.
Op het uur van de afspraak verzamelden we met de betreffende buren aan het uiteinde van onze straat, om ons te voet naar het andere uiteinde te begeven, waar een parking werd voorzien voor de Very Important Parkeerders, die vervolgens met minibusjes tot aan de festivaltent werden gebracht, of althans het Very Important Part daarvan. Het aantal busjes was beperkt, en achteraf bleek dat ze ook een halve sightseeing tour door de plaatselijke gemeenten deden alvorens hun vracht te droppen aan de tent, waardoor de tijdsspanne die het vervoer ernaartoe in beslag nam, wellicht even groot zou zijn geweest als we de afstand te voet hadden afgelegd. Maar, noblesse oblige, dus lieten we ons rijden en deponeren, wat vooral handig zou zijn op de terugweg met een glaasje op.
Ter plaatse bleek al gauw dat mijn vrees ongegrond was, aangezien de figuranten uit mijn geheugen niets van doen hadden op dit festival, en er voor de kaarten van onze buurman Veel Inde Plaats kwam. De ontvangsttent leek op een Very Important Palace, met tapijt op de vloer, hoge en lage gedekte tafels, loungesofa’s, schermen die weergaven wat zich in de festivaltent afspeelde, wat plaatselijk vertier als een biljart, een darts en een kickertafel, en, wat belangrijker is, een open bar. Behalve een fles cava die aan de man en vrouw werd gebracht voor de belachelijke prijs van 20 euro, waren alle dranken gratis te verkrijgen, als begeleiding bij het open buffet dat daarna zou worden opgesteld. Terwijl we ons trachtten in te leven in onze rol als VIP’s, passeerden op het scherm als achtergrondgeluid al enkele van de bandjes om wie het, toegegeven, toch eigenlijk allemaal te doen was. De loungesofa’s hadden echter op dat ogenblik al een Very Important Plekske in ons hart ingenomen, en dus waren we er maar moeilijk weg te slaan om in een koude tent voor een podium te gaan staan. Toen na de aangeboden amuse-gueules (enkele warme hapjes) vervolgens, niet in respectievelijke volgorde, maar zowaar gelijktijdig, een koud en warm buffet werd opgesteld, verder op de avond met voortgang van de tijd nog gevolgd door een dessertenbuffet, een kaasbuffet en warme soep, en daarbij onze buurman ons ruim voorzag van gerste- en ander nat (Very Important Pintjes, zeg maar) om de babbelende kelen blijvend te smeren (het was tenslotte veeleer een sociaal burengebeuren, en hij is niet voor niets stomatoloog), werd het zeer moeilijk om de koude nog te trotseren om de doorgang naar de festivaltent te maken. (Enkele optimisten hadden de ruimte tussen de tenten overigens nog voorzien van een terras, dat echter onbemand bleef.)
Slechts één man kon mij die avond uit mijn tent lokken, en dat was Daan. Ik was al een tijdje een stille fan – niet met een hoog groupie-gehalte, maar gewoon een liefhebber van zijn muziek – en nu mocht ik hem eens live meemaken, een Very Important Perception. Toen ik iets later, nog zelf vol Daan, door de buurvrouw werd aangemaand om mee te tronen naar Regi-met-de-zwaaiende-handjes, liet ik maar met veel tegenzin mijn warm soepje staan voor wat koude Milk Inc. Toen tenslotte de DJ eraan begon, waren wij en de buren al allemaal uitgezongen, en lieten we ons door de busjes maar wat graag naar onze straat terugvoeren.
De buren waren de volgende avond terug op appel, met andere gasten. Ons Very Important Project van de zaterdagavond was zo vlug mogelijk naar Dromenland te vertrekken, met het zachte gebons van een dorpsfestival op de achtergrond.
1 comment:
Gij zijt natuurlijk ook een Very Important Pateeke....
Post a Comment