Friday 30 April 2010

Two Princes

Het was een bewogen week in de Belgische politiek, waarin sommige elementen alweer het einde des lands zien opdoemen. Laat nu echter ook het welgekende gezegde “En ze dronken een glas, en ze p... [...], en alles bleef zoals het was” volgens andere Europese medeburgers een gegeven zijn dat de lijm tussen de twee taalgrenzen vormt, en één van de vele karaktertrekken die de inheemsen niet meer, maar andere Europeanen des te meer onderscheiden als een typisch Belgische (Vlaamse en Waalse) eigenschap, wat ik op het werk temidden van mijn buitenlandse werkmakkers mocht vaststellen. 180 jaar verplicht samenwonen heeft dus toch gevolgen voor de persoonlijkheid. (Een andere lokaal gezegde “Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien”, blijkt hiermee dus eveneens bewaarheid.)

Wat de meeste politici en andere reactionaire flaminganten uit het oog verliezen, is dat er veel belangrijker dingen bewogen deze week, zoals bv. een uit de hand gelopen Griekse crisis, die, als men niet gauw ingrijpt, de hele euro in haar val dreigt mee te sleuren, wat nefaste gevolgen kan hebben voor de andere landen van de eurozone, niet het minst voor de landen die op dit ogenblik geen vaste greep hebben op hun economie, zoals Portugal, Spanje, en nu dus ook Belgie. Daarnaast is er het ongeval met het boorplatform voor de kust van de VS, waar nu al zo’n 800.000 liter olie per dag in open zee wordt gestuwd, en wat, als het niet gauw wordt verholpen, wel eens als de grootste milieuramp aller tijden de geschiedenis zou kunnen ingaan. En terwijl valt in Belgie de regering met als inzet een grondgebied van zo’n 1100 km2...

Maar nu we dan toch aan het navelstaren zijn: op het werk kregen we deze week onze – tot nader order nog steeds – Kroonprins Filip op bezoek. Hij kwam een hele voormiddag een praatje maken met onze voornaamste economisten over de toestand van de Europese en de wereldeconomie, een handje geven aan het personeel, waarna hij zich bij een drankje tegen het middaguur vooral toelegde op de kom met Cheetos die één van mijn collega’s bij wijze van snack had klaargezet, waaruit duidelijk bleek dat Mathilde er geen op het boodschappenlijstje plaatste... Zijn tijdelijke doortocht was vooral een heel gedoe op het vlak van organisatie en veiligheidsvoorschriften, met voorafgaande bezoeken door “de Joeri” van het paleis, met in zijn zog een stel toegewijde politieagenten, die het hele gebouw doornamen, bepaalden welk toilet diende te worden vrijgehouden voor de prins, en die op de dag van het bezoek zelf zowaar een lifttechnicus eisten die de hele voormiddag op appel mocht staan, voor het geval de Prins en zijn posse bij het aankomen of vertrekken maar eens mochten vastgeraken in de lift. Waar de Prins zijn wereldvreemheid vandaan heeft, werd wel onmiddellijk duidelijk: zelfs nu hij 50 jaar is geworden bepaalt zijn ambassadeur zijn hele doen en laten, en zelfs of hij al dan niet mee op het fotootje mag. Niet de monarchie, maar het protocol regeert het land. Ons heeft het vooral van ons werk gehouden, maar we hebben er uiteindelijk toch een – na voorafgaande goedkeuring van zijn ambassadeur en door diezelfde persoon inderhaast geschoten – groepsfoto aan overgehouden. Kwestie van aan de achterkleinkinderen ook eens iets anders te kunnen laten zien dan de koekskesdoos van Delacre.


Op culinair vlak was er deze week ook nog eens een nieuw restaurant uit te proberen. De plaats van een Chinees op de markt (het Louis De Naeyerplein) in Willebroek werd ingenomen door een gloednieuw Japans restaurant, Zakuro. Ze zijn natuurlijk gloednieuw, hebben geen website, en hebben nog geen echte reclame gemaakt, maar op het eerste gezicht lijkt Japans nog iets te hoog gegrepen voor de “meug” van de Willebroekse burger. Getuige daarvan was het vrijwel lege restaurant (het was dan wel een doordeweekse avond, maar dat belet tegenwoordig niemand om buitenshuis te eten), en het bezoek van de chef himself aan onze tafel om met grote verwondering vast te stellen dat we allemaal "rauwe vis" hadden gegeten en uitgebreid te vragen of het ons bevallen was, terwijl het voor niemand aan tafel de eerste kennismaking was met de Japanse keuken. Gesmaakt had het in ieder geval; de vis was kraakvers, de porties naar Belgische maatstaven, de prijzen bijzonder redelijk naar Japanse maatstaven, en de bediening enorm vriendelijk. De disgenoten die daar iets minder ervaring mee hadden kregen zelfs een demonstratie van het met-stokjes-eten van de dienster. Niet alleen hun Hollandse tongval liet uitschijnen dat ze eerder uit het noorden dan uit het oosten kwamen, maar toen we afrekenden kreeg elk van ons ook nog eens een kortingsbon van 5 euro om te gebruiken bij een volgend bezoek. Waar wij uiteraard met graagte gevolg zullen aan geven, en misschien komt het dan met de Willebroekse burger ook nog wel goed.

1 comment:

Marrek O'Polo said...

Hebt ge hem de groeten gedaan?
En zeker ook ne goeiendag aan Matilleke...