Friday 27 November 2009

Keep 'm laughing as you go

Gisteravond werd weer een stukje uit ons plaatselijk Puurs cultuurabonnement genuttigd in de Rode Zaal van De Kollebloem. Het voordeel van het abonnement is dat je verscheidene voorstellingen hebt aan verminderde prijs, en er bovendien nog een extraatje bovenop krijgt, zoals bv. een gratis filmticket; het nadeel is dat je op voorhand de voorstellingen moet uitkiezen, op goed geluk, zonder dat je weet of ze echt wel de moeite waard zijn.

Nu was het de beurt aan “Supermarkt Malschaert”, een “one-woman show” van de actrice Veerle Malschaert, bij nadere kennismaking bij het grote publiek beter bekend als Carla uit “Flikken”. Inderdaad, het personage dat enkel af en toe een papiertje of een dossiertje moet doorgeven van achter haar balie, en verder als groot wapenfeit alleen het versieren van dat andere personage, Raymond, heeft, waardoor ze in de laatste reeks een iets grotere rol krijgt toebedeeld als hun beider leven met relationele en andere problemen een beetje nader wordt belicht. Die dame dus, die inderdaad verder niet echt bekend is omwille van grote acteerprestaties. Maar aangezien de aankondiging van het CC lovende woorden weergaf als “Ze slaat u om de oren, hilarisch en ontroerend. Ge moogt huilen van ’t lachen”, konden we niet anders dan zwichten voor de belofte van een goedlachse avond.

Misschien lag het aan de sfeer in de (halfvolle) zaal, de eerste novemberkoude buiten, of het gebrek aan een opwarmende en/of verfrissende bar in de onmiddellijke buurt van de Rode Zaal, maar het publiek, wij inclusief, geraakte tot ver in de voorstelling maar matig opgewarmd van de eenmansactie die Veerle Malsschaert afstak. Het was duidelijk de bedoeling van de voorstelling dat er enige interactie met het publiek was, reden waarom de zaal ook maar half verduisterd was zodat ze haar publiek kon zien, maar de enkele mensen die door de onverwachte gevraagde interpellatie door de actrice verrast werden, konden dit niet alleen maar matig apprecieren, ze begrepen ook niet altijd goed wat er van hen verwacht werd, en waren ook duidelijk gegeneerd doordat iedereen hen in de gaten kreeg. Wat ook begrijpelijk is; wij hadden immers betaald om in de zaal te zitten en naar een voorstelling op het podium te kijken, niet om er zelf in op te treden.

Bovendien waren de eerste grapjes tot halverwege de voorstelling nogal lauw, soms zelfs helemaal niet grappig en ronduit platvloers, en vervulden ze ongetwijfeld grote delen van het publiek met een soort plaatsvervangende schaamte. Nu zijn de Vlamingen niet bepaald aan hun eerste grap gestorven, en heeft onder meer Urbanus zijn volk toch wel geleerd om zelfs om politiek incorrecte grappen (over homo’s, gehandicapten en migranten) te lachen, maar de manier waarop Veerle Malschaert sommige van de grappen aan de man en de vrouw bracht, ontlokte bij het publiek meestal maar wat ingehouden kuchlachjes.

Het was pas halverwege de tweede helft van de voorstelling dat de humor werd opgevoerd, omdat hij ook meer herkenbaar werd, vooral voor single vrouwen, mensen die de ervaring hebben met daten, en diegenen die zich de vraag stellen over het hoe en waarom van kinderen opvoeden. De scènes over de single vrouwen in de disco, het carnaval en vooral die over het opgroeiende kind (“de teek”) waren in ieder geval onbetaalbaar, en maakten de lauwheid van de eerste helft naar het einde van de voorstelling toe wel weer goed.

We werden niet echt om de oren geslagen, we hebben niet gehuild van het lachen, en enige graad van hilariteit is ook uitgebleven. Maar om de boze tongen het zwijgen op te leggen die beweren dat er geen grappige vrouwen zijn, meen ik toch te kunnen stellen dat er meer in Veerle zit dan we met haar eerste show hebben gezien. Doorbreken als stand-up comedian is niet zo eenvoudig, en gedurende een vol uur de grappen aan elkaar rijgen om het publiek lachende te houden is toch wel heel lang. Tenslotte ben ik geen echte fan van de (f)lauwe humor van Geert Hoste, en toch wordt die ons elke nieuwjaar en nog ettelijke maanden daarna opnieuw door de strot geramd door Eén, terwijl hij een heel jaar tijd krijgt om zijn voorstelling voor te bereiden. Misschien moet Veerle Malschaert wat meer tijd nemen om het geheel voor te bereiden, ondertussen ook een “koninklijk” handelsmerk uitzoeken om de grappen in haar shows op af te stemmen, en vooral maar eens iets aan haar PR gaan doen.

Of tenminste zorgen dat ze speelt in een zaal met een bar...

1 comment:

Marrek O'Polo said...

Een bar... daar draait het toch om zeker!!! Barmeid, (Tom)barman, barkeeper, barkast, barmeubel, barkruk, barstoel... bar-ok, bar-on, bar-iton en nog zoveel meer. Lang leve de bar-sten in het plafond (van de Rode Zaal)!!