Friday 1 August 2008

Vakantie in mijn straat

Voor het begin van onze vakantie kondigden zich niet bepaald zomerse temperaturen en weersomstandigheden aan. Of beter gezegd wel, maar dan typisch Ierse of Schotse die voor de gelegenheid het Kanaal even hadden overgestoken, met op sommige dagen dieptepunten tot maar liefst 12 graden. Aangezien ik het er met mijn van-huize-uit-gespeend vakantiebloed al bijzonder moeilijk mee heb om een dag “congé payé” niet te besteden buiten de landsgrenzen, en nog liefst ten zuiden van de 43ste breedtegraad met Ricard en olijven binnen handbereik, begeleid door het sussende gesis van duizenden cri-cri’s en een zacht koelende bries, is het niet onbegrijpelijk dat het de eerste dagen behoorlijk balen was.

Die eerste dagen werden dan ook doorgebracht met nog wat opruimingswerken om de sporen van de verhuis wat verder uit te wissen, enkele schuchtere decoratiepogingen van de reeds afgewerkte ruimte, en over het algemeen met “het vinden van de draai” in onze nieuwe woonst.

Om toch enigszins een vakantiegevoel over te houden aan dat septemberweer door eraan te ontsnappen, besloten we om hier en daar een uitstap in te lassen. Na een weekendbezoek aan de Mechelse
zaterdagmarkt, werd de tweede week dus ingezet met een toch wel waterachtig bezoek aan Goes en Veere, dat ontaardde in enkele korte wandeltochten onder paraplu van de ene drankgelegenheid naar het andere restaurant, doch niet zonder enige spreekwoordelijke zonnestraaltjes: we konden de eerste mosselen proeven in het land van herkomst, en het stadje Veere was echt wel de moeite waard voor een kort uitstapje, zij het wellicht eerder in een ander klimaat.
Halverwege de tweede week vocht de Belgische zomer echter terug, en kregen we mooie dagen met zomerse uitschieters hogerop de thermometer. Reden te meer om er nog eens van te profiteren, en behalve enkele plaatselijke wandel- en fietstochten, bezochten we – eigenlijk meer omwille van jeugdherinneringen – Dinant
. Onder hete temperaturen beklommen we de trappen van de citadel, om daarna bij te komen met een plaatselijk gevangen forel en vast te stellen dat de grote aantrekking van Dinant zich waarschijnlijk toch wel beperkt tot -12 en +70-jarigen, want dat er toch niet zo bijster veel te beleven valt.



Desalniettemin hadden we een zomers vakantiegevoel, en met een 'couque' als trofee werd het bezoek afgesloten.

Omdat vakantie in eigen straat ook daadwerkelijk tot nut heeft dat je eindelijk je eigen streek eens kan leren kennen, gingen we op wat tot dan toe de heetste zondag van de zomer was eens langs in het Fort van Liezele, dat op 5’ fietsen van ons huis ligt. Een indrukwekkend gebouw, waar er in de lente- en zomermaanden op zondagnamiddag bezoeken zijn onder leiding van een gids, waarbij je een zeer uitgebreid overzicht van een paar uur krijgt van wat er zich tijdens de vorige eeuw en vooral tijdens de twee wereldoorlogen tussen die muren afspeelde, en dingen te zien krijgt die ontoegankelijk zijn bij een (gratis) individueel bezoek. Het museum is nog volop in renovatie en kan alle inkomsten zeker gebruiken, dus liefhebbers van oorlogsgeschiedenis moeten zeker eens langsgaan. Het wordt overigens omgeven door een gracht en een natuurgebied, waar het mooi wandelen, fietsen en picknicken is.

Een beetje reclame maken kan nooit kwaad, en er is nog genoeg te zien, zodat we wellicht nog wel eens een keertje vakantie houden in eigen straat.

1 comment:

Vero said...

In eigen land is inderdaad veel te zien. Op vakantie wil je al snel elk museum en elke kerk die je op je pad kruist, aandoen. Maar in eigen land nemen we soms die moeite niet.