
Net dat laatste gegeven, dat een doordeweekse man, een grijze muis, de Jan-met-de-pet, het klein Pierke naast God, er een tweede leven met een totaal andere persoonlijkheid op nahoudt, zonder dat ook maar iemand daar weet van heeft, zelfs zijn familie niet, prikkelt de nieuwsgierigheid van de mensen, en maakt mijn dagelijkse pendeltocht van en naar het werk tot een hernieuwde aardigheid. Dat wil namelijk zeggen dat in elk van je medereizigers een potentiële serial killer schuilt: de schriele jongeman met het kaalgeschoren hoofd, die het net aangekochte koffiebekertje omklemt als was het zijn kostbaarste bezit; de twee meisjes die op te hoge hakken giechelend het station doorkruisen, terwijl ze iedereen van onder hun te grote mutsen bespieden; de oude man met het koffertje die al hinkend de trap naar het perron bestijgt, de keurige heer met het krijtstrepen pak die in het ijle lijkt te praten met het gsm-oortje aan zijn hoofd; de grauwe pennenlikker met de grote brillenglazen die je van achter zijn Metro zit te begluren, heel de rit naar Brussel... Voor wie gevoelig is aan achterdocht, en vooral wie regelmatig rare snuiters op zijn weg tegenkomt, zal het leven nooit meer hetzelfde zijn, want plots schuilt op elke hoek, in elke straat en elk huis een onmeetbaar gevaar. Maar dat geeft een beetje filmische spanning aan het leven. Slechts één raad: “Beware the moon, stick to the road”…!
No comments:
Post a Comment