Enkele van de stellingen in mijn eerste blog van dit jaar waren niet geheel en al correct, en ik dien dan ook mijn excuses aan te bieden voor het ongewild verspreiden van halve waarheden. Sinds enige dagen blijkt namelijk dat we ons niet helemaal alleen onder ons dak bevinden. Boven onze hoofden beweegt iemand zich, bij voorkeur zo tussen twee en drie uur 's nachts, na het nodige gestommel om er zeker van te zijn dat we goed wakker zijn, en hij/zij over onze onverdeelde aandacht beschikt, met de nodige dramatiek van de ene naar de andere kant van de ruimte.
Wellicht hebt u dat zelf ook al meegemaakt, in uw hotelkamer, of met de buur van het appartement boven u. Maar daar zit het hem nu net; wij wonen niet in een appartementsgebouw. Wij wonen in een losstaand huis, en onze slaapkamer bevindt zich reeds op de bovenste verdieping. En wat meer is: al onze kamers bevinden zich onmiddellijk onder de dakpannen, enkel gescheiden door een vals plafond en een laag isolatie. Geen zolder, geen halve gare bovenkamer, niets van dat alles.
Ik had het nachtelijk geluid een tweetal jaar geleden ook al vaag eens gehoord, toen ik een weekje alleen thuis was tijdens de zomer, maar een mens hoort zoveel als hij alleen thuis is. De aanvankelijke idee van een poltergeist werd al gauw afgevoerd, want zijn nerveuze lichtvoetige getrippel dat doorgaans volgt op het gestommel maakt niet echt indruk, zelfs niet bij nacht en ontij. Een muis dus, was de volgende gedachte, hoewel het dak toch overal winddicht schijnt te zijn. Maar welk exemplaar van de familie der Murinae, die schijnbaar maar een heel klein gaatje nodig hebben om zich naar binnen te werken, is ons tot op dit ogenblik nog niet bekend.
Mijn animale amicaliteit noopt mij doorgaans tot een geest van "leven en laten leven"; de kleinste spinnen en insecten in huis worden meteen gezond en wel de deur uitgezet wanneer ze op heterdaad worden betrapt. Maar aangezien we in het ongewisse zijn over de toestand van de isolatie, de gyproc en de algehele hygiëne onder ons dak met betrekking tot deze creaturen, wou mijn eega op zeker spelen en schafte hij zowel muizenvallen als -vergif aan, om bij gebrekkige werking van het ene, toch maar het andere te kunnen bezigen. Over het muizenvalplan was ik niet bepaald gunstig gestemd, vooral omdat we de ongenode gast nog niet hebben gezien, en ik mag er niet aan denken dat hij er zo uitziet…
Maar de werkzaamheden van deze krakende knaagdieren doen niet bepaald het beste verhopen. Bij ontstentenis van een katachtige in huis, zijn bij het bestrijden van deze vinnige vaganten de spotopeningen in het plafond de enige manier om één van deze remedies aan te brengen. Ondertussen hoop ik in stilte dat de dienstdoende poltergeist vanzelf het hazenpad zal kiezen en dat we weer een rustige nacht tegemoet gaan, zonder al te veel muizenissen.
No comments:
Post a Comment