Tuesday 24 September 2013

Chasing cars

Ruim een jaar nadat we de oude Saab rustig hadden laten inslapen wegens een sputterend einde na een meer dan behoorlijke staat van dienst (12 jaar en 283.000 km), ging ook de al even oude VW Bora aan het tegenpruttelen, ondanks dat die tegenwoordig alleen nog wordt gebezigd tussen de woonplaats en het station, plaatselijke supermarkten, en, als de trein weer eens te hoog zit, soms ook het centrum van Brussel. Na 13 jaar en bijna 112.000 km heeft de benzinemotor blijkbaar zin om er ook stilaan een punt achter te zetten, en geraakt hij ’s morgens of na een parkeerbeurt slechts met enige moeite uit zijn rustpauze, om nog te zwijgen van het gekraak en gepiep dat hij ten berde brengt als hij dan uiteindelijk toch in beweging komt, of het feit dat één van de ramen al niet meer opengaat.

Heel wat automerken deden deze maand allerlei aanbiedingen die de consument uit het crisishol moesten lokken, en dus werd er ook thuis naarstig overleg gepleegd over de potentiële vervanging van de incidentele dienstweigeraar. Prijzen, kleuren, motoren, uitstoot, vering, ophanging, ABS, EPS, en nog allerlei termen waar je je haast niet of nauwelijks iets kan bij voorstellen passeerden de revue in een vrij korte tijdspanne, op dusdanige wijze dat ons het hoofd op hol werd gebracht en we aldra het noorden kwijtgeraakten in het gemotoriseerde aanbod. Kwam daarbij dat heel wat prijzen en aanbiedingen als spreekwoordelijk lokaas dienden voor de gretige kooplustigen, en in werkelijkheid al gauw uitdraaiden op een procentueel aanzienlijk hoger bedrag voor deze en gene knopjes en snufjes in het vervoermiddel. Tevens bleken verschillende van de loontrekkenden in dienst van deze merken niet echt dezelfde motivatie te bezitten als de aanprijzende marketingafdeling van het hoofdkantoor, en als we al niet met de nek werden aangekeken bij een voorzichtig bezoek, dan toch wel van top tot teen met één geheven wenkbrauw, en was het zelfs nog maar amper de moeite om ons te benaderen, of zelfs maar aan te spreken. Moeten we daaruit afleiden dat de autoverkoop allesbehalve slabakt en ze de klant niet echt meer nodig hebben, omdat de regering toch de vierjaarlijkse vervanging van leasewagens sponsort, in tegenstelling tot mensen die een groener alternatief zoeken, en daarin als vanzelf in hun onderhoud wordt voorzien? 

Enkele heren bij VW/Skoda, Renault/Dacia en Citroën (we proberen het Europees te houden) vonden het alvast amper de moeite om uit hun stoel recht te staan, laat staan met de gewenste modellen voor de pinnen te komen. Waar zulks in beperkte zin wel het geval was, werd er niet zomaar langs onze neuzen weg, maar voluit in het gezicht ook kortweg duidelijk gemaakt dat er geen enkele, 0.0, nada, nothing bijkomende korting af kon voor modellen die niet in de geprezen superpromotie stonden, maar iets uitgebreider waren; in sommige gevallen was zelfs niet eens een zgn. "ecobonus" mogelijk voor de gepensioneerde die werd ingeleverd. Het meest flagrante was toch wel het eerstgenoemde merkenduo, nochtans een garage waar de rechtmatige eigenaar van onze oude VW, evenals zijn halve familie, al jaren kind aan huis is en al ettelijke centen heeft achtergelaten onder de vorm van aankopen, herstellingen en onderhoud: geen info, geen moeite, geen zin... VW verlaat het toneel.

Met enige argwaan gingen we te langen leste een kijkje nemen bij Cardoen – door velen, en vooral de merken zelf, uitgespuwd omwille van zijn invoerpraktijken, die echter ondertussen al door heel wat tweedehandsverkopers duchtig werden overgenomen en geïmiteerd – om eens te grasduinen in de tentoongestelde aanbiedingen en te zien wat er voor het vooropgestelde budget te verkrijgen was. De verkopers waren aandachtig, vriendelijk en informatief waar nodig, zonder dan weer opdringerig te zijn of ons op voorhand te veroordelen omdat we niet onmiddellijk 50.000 euro veil hadden voor – ik zeg zomaar iets – een benzineplenzende 4X4. De gelegenheidsverkoper die enkel dienst had op weekends, bood ons onmiddellijk een testrit met het gekozen model op eigen terrein, en uiteindelijk werd de knoop doorgehakt in het voordeel van de “autosupermarkt”, waar ondanks het nochtans vrijblijvender karakter van een tweedehands-, directie-, of nieuwe ingevoerde wagen klantenbinding en vriendelijkheid klaarblijkelijk prominenter in de etalage staan. De Italiaan met wie we het goed konden vinden zal binnen enkele weken ter beschikking zijn.

Weer een zorg minder; tijd voor wat zondagsrust. Die zochten we op in Het Gulden Cabinet bij Nicolaas Rockox waar het KMSKA tijdens haar eigen verbouwingen een deel van haar meesterwerken voorlopig parkeerde, als voorbeeld van hoe een kunstcollectie er tijdens de Antwerpse Gouden Eeuw zou uitgezien hebben, en dat een beetje doet denken aan zijn latere evenknie Mayer Van den Bergh een beetje verderop. Hoewel er heel wat grote meesters hangen (Van der Weyden, Memling, Van Eyck, Rubens, Van Dyck en anderen) en de toegangsprijs in verhouding slechts een habbekrats is, was het er niet bepaald over de koppen lopen. De vele kunstdiefstallen van de laatste tijd indachtig werd er anders wel erg fanatiek op de veiligheid toegezien, alsof je ongestoord en ongezien met een Jean Fouquet door de voordeur buitengaat. De alarmgrens was nl. op een luttele 60 cm van elk object geplaatst, waardoor elke vingerwijzing, schijnbeweging of neus op de feiten een schel alarmsignaal uitlokte, en het met slechts een handvol geïnteresseerde bezoekers in de ruimte toch al gauw leek op een opendeurdag van de plaatselijke brandweer, en de suppoosten in verhoogde staat van paraatheid en zenuwachtigheid waren. Een magere opkomst dus, wellicht dat het leuke introductiefilmpje tijdens weekdagen meer kleinere bezoekers op de been kan brengen. Kwestie van de schwung er ook wat in te houden voor de suppoosten.

1 comment:

Marrek O'Polo said...

Eindelijk nog eens op je blog beland. Veel te lang geleden. Dus toch maar weer een excuus... Forza Italia!!