Monday 30 January 2012

We gotta get out of this place

Als je in het voorjaar de lijst van culturele evenementen in eigen gemeente krijgt, is het moeilijk om je daar, op een warm terras in de zon met een frisse pint bij de hand, een voorstelling van te maken en als dusdanig ook een keuze te maken over wat je pakweg op een regenachtige donderdagavond in december of een ondergesneeuwde zondagvoormiddag in januari wenst te doen. Dat wordt er niet gemakkelijker op gemaakt door het feit dat er met aandrang op wordt gewezen dat je er als de kippen moet bij zijn en zo ergens op een zaterdagmorgen in juni vanaf de eerste seconde dat het mogelijk is je bestelling moet plaatsen, kwestie van niet uit de boot te vallen bij het uitdelen van de tickets. Als aanmoediging wordt daarbij een meervoud aan tickets in zijn geheel als “abonnement” gerekend, waardoor je er per bepaald aantal steeds een paar gratis bijkrijgt, met als regel “hoe meer je er koopt, hoe meer je er bijkrijgt”. Twee jaar geleden, bij de bestelling van het cultuurabonnement van 2010-2011, was ik één van die kippen, en bleek ik bij de telefonische bestelling om 9.00.01 uur de allereerste beller, met een ruime keuze in voorstelling, datum, en zelfs plaatsen van mijn verlanglijstje. Vorig jaar in juni zaten we echter op een Andalusisch terras bij de verkoopsstart van het cultuuraanbod in eigen gemeente, en dat kon ons bij temperaturen van 26+° op dat ogenblik dan ook gestolen worden. En we hadden het geweten: toen ik twee weken later via e-mail mijn schriftelijke bestelling plaatste, kreeg ik per kerende een antwoord terug dat ongeveer de helft van mijn keuze al uitverkocht was, en dat ik maar een nieuwe keuze moest maken; dat gold bovendien eveneens voor de keuze van de gratis bonusvoorstellingen (waardoor we er dan ook twee moesten kiezen die aan bod kwamen bij de start van het cultuurseizoen in september, toen we zelf alweer niet in het land waren).

Ik vroeg me al dikwijls af waarom er toch zo’n hysterische toeloop was op die voorstellingen, ruim een half jaar op voorhand, vooral omdat vele ervan in de ons omringende buurgemeenten ook werden aangekocht door de dienstdoende cultuuropperhoofden: er is een ruime overlapping met Ter Dilft in Bornem, De Ster in Willebroek, en De Steiger in Boom. Indien nodig kon je zelfs nog op redelijke rijafstand binnen (Aartselaar, Wilrijk, Mechelen) of buiten de provinciegrenzen (Meise, Strombeek) een voorstelling op de kop tikken. Maar blijkbaar komen de Puursenaars niet graag uit de dorpskom, en willen ze er dus zeker van zijn dat ze daartoe niet verplicht zullen worden door een gekozen voorstelling mis te lopen.

Aldus kwamen we zondagochtend terecht op één van de “LaatsteZondagConcerten”, aperitiefconcerten die op de laatste zondag van de maand om 11 uur worden gegeven, waarvan het eerste in januari na de voorstelling wordt gevolgd door het gratis aangeboden genoemde aperitief in het cultuurcafé. (Ter informatie: het genoemde cultuurcafé is een jeugdherbergachtige ruimte genaamd “De Vedette” – de herkomst van de sponsorinrichting kan u wellicht al raden – die doorgaans wordt bevolkt door -20-jarigen, aangetrokken door de diverse speelmachines en biljarttafel waarmee een niet onaanzienlijke hoek van het etablissement wordt gevuld, en daarmee door de gerant van dienst meteen ook de notie “cultuur”.) Bij gebrek aan de voorstellingen waarnaar de eigen voorkeur aanvankelijk was uitgegaan, viel de keuze dus voor een ad interim-concert van het “Brabants Volksorkest”. De naam klonk nog wel goed, en mijn gedachten gingen daarbij uit naar vrolijke en bekende deuntjes, misschien zelfs wel meezingliedjes, zodat mijn eega zijn talent dienaangaande nog eens in de openbaarheid zou kunnen brengen. Bij het betreden van de zaal was al gauw duidelijk waarom het aanbod in eigen gemeente zo gauw was uitgeput: de zaal kleurde – op een paar andere leeftijdsgenoten na, enkelingen die vermoedelijk ook niet echt de urgentie van de bestellingen inzagen – vrijwel volledig grijs. En zoals dat tegenwoordig gaat, niet het zachtmoedige grijs van de oude moekes die onze grootmoeders nog waren, die waarschijnlijk na het inzetten van de eerste tonen stilletjes in een soezende toestand zouden wegzakken.

Hell no! Het ging om het grijs van de soort waarvan de halve zaal niet alleen elkaar kende, en ook luidkeels de lotgevallen van gemeenschappelijke buren, in casu zelfs de medicinale/nutrionele/relationele/mobiele plichtplegingen van die (afwezige) personen in de openbaarheid brachten voor God en Klein Pierke in de zaal aanwezig, maar bovendien de vreemde eenden in de bijt – wij dus – op tamelijk geagiteerde, zelfs agressieve wijze bejegende, zij het dan onrechtstreeks, mits overleg met de overige grijsaards. “Zeg, zitte die ni oep de pleutse van de Xavier? Diejen hei toch een abonnement!? (Steeds luider:) “Da zèn toch de pleutse van de Xavier!” … (overleg) “Géraaar, zèn dat doa ni de pleutse van de Xavier? Die zitte doroep!” (Gemompel van Gérard…) “Aaah, heit dieje probleme mè zoan gezondhoat? Oei, da wistekikni! Allee naa…”, waarop het hele reilen en zeilen over the whereabouts van Xavier uit de doeken werd gedaan. Saved by Gérard, hoewel ook wij wel degelijk beschikten over een “abonnement”, en de pleutse van Xavier dus toch niet zo standvastig zullen geweest zijn.

Het Brabants Volksorkest bracht geen bekende deuntjes, maar wel zeer regionale Groot-Brabantse walsen, mazurka’s, polka’s enz. Op zich was er niks mis mee, maar het nogal rommelige verloop op het podium (discussie en enig getouwtrek over de volgorde van de nummers tussen twee orkestleden; een gast-doedelzakspeler die één van de te spelen bisnummers niet kende) bracht, mede door de licht gespannen toestand van de zaal, ingegeven door bovenstaande sfeerschepperij, de stemming er niet echt meer in. Om nog maar te zwijgen van het feit dat de zaal zelf ook in werkelijkheid ijs- en ijskoud was. Het aangeboden apéritief in de cultuurrefter – waar ondertussen alle stoelen en plaatsen door middel van de beschikbare sacochen al waren bezet – lieten we maar aan ons voorbijgaan, om er thuis in onze warme zetel één te gaan nuttigen. Voor je ‘t weet sta je zomaar uit Xavier z’n glas te drinken, en dan heb je de poppen helemaal aan het dansen…

No comments: