Zo is er voor de shopaholics de winkelketen Dod, die een mannen-, vrouwen-, kinder- en schoenenversie heeft (uiteraard is de laatste versie ook veeleer een vrouwenbedoening): de winkels kopen collecties aan van bekende en minder bekende merken in overstock of faillissementen, die men dan voor een prikje kan aankopen in de winkels. Persoonlijk vind ik de winkel met herenkleding niet alleen veel gezelliger om in rond te lopen, maar bovendien biedt die ook iets bekendere en kwalitatief betere merken aan. De beste dag om er te gaan winkelen is trouwens eerder op een zaterdag, omdat het er sowieso dan veel rustiger is.
Voor wie dit nog geen overtuigend argument is om richting Sint-Joost-ten-Node te komen, is er nog een tweede: een andere leuke plaats die we met de collega’s regelmatig frequenteren is het restaurant Foro Romano, of liever het traiteursgedeelte daarvan. In het restaurant zelf ben ik nog niet gaan eten, omdat het volgens verschillende collega’s iets te kostelijk is voor wat op de kaart staat, en ook al omdat je het traiteursgedeelte aan de ingang van de zaak – met een echte koeltoog zoals in de echte Italiaanse trattorie – al moeilijk voorbijkomt zonder dat het water je in de mond komt en je spontaan begint te likkebaarden. Naast de verse pasta’s en focaccia’s is het summum zonder meer de hele toog vol gegrilde groenten waarvan je naar believen een bord kan laten samenstellen, al dan niet gecombineerd met een bolletje buffelmozzarella, prosciutto of gegrilde vissoorten, om af te sluiten met een dagelijks vers gebakken stuk citroenmerenguetaart.

En elke donderdag is er de wekelijkse markt op de Place Saint-Josse, die ik nog moet ontdekken. Het leven van de werkende mens in Brussel is hard...
No comments:
Post a Comment