Net als altijd is het
jaar gestart met een heleboel goede voornemens, die meestal tegen het midden
van de nieuwe maand alweer zijn doorgespoeld met alle goedkope cava die dient
om in professionele middens de nietszeggende kelen te smeren. De ene job is het
andere niet, maar in (semi-)academische kringen is het toch frappant hoe elke
keer de grote hoofden, die het hele jaar door een publiek van divers pluimage
toespreken over eigen-leestonderwerpen, in tête-à-tête-situaties met
niet-academische collega’s vervallen in clichématig gehakkel als het over dagdagelijkse
onderwerpen gaat, al dan niet persoonlijke dieptevragen vermijden, en bij
voorkeur het gesprek steeds doen terugkeren op de eigen leest, om op die manier
het spoor niet bijster te raken. Zij kunnen alweer opgelucht ademhalen dat dit
alles achter de rug is voor een dikke elf maand en dat ze nu terug kunnen
doorgaan met de wiskundige orde van de dag.
Mijn eigen goede
voornemens worden tegenwoordig binnenshoofds gehouden, kwestie van een
veiligheidsmarge in te bouwen voor wanneer al voortijdig van het goede pad
wordt afgeweken zonder dat daarvoor verantwoording aan derden dient te worden
afgelegd. Nogal flauw, ik weet het, maar na de lezing van Paul Verhaeghe’s Identiteit –
waarvan een paar elementen misschien wel inspirerend kunnen werken mocht u zelf
om enige goede voornemens verlegen zitten – is één van mijn voornaamste
voornemens vooral om de “gebruikelijke” gang van zaken in de wereld en mijn
eigen bezigheden in dat kader af en toe eens een beetje meer in vraag te
stellen. Contradictorisch genoeg lijkt het na het lezen van dit boek – dat soms
misschien een beetje in de overdrijving gaat, en niet echt vrolijke lectuur is –
alsof een heleboel van de pijnpunten die erin worden aangebracht sindsdien in
het dagelijks leven op alle plekken als een grote rode vlek in mijn oogveld opduiken. Een ‘Aha-Erlebnis’
als het ware, zij het dan niet bepaald in de goede zin, maar “om weer helder te
kunnen zien, hoef je vaak alleen van perspectief te veranderen” (de
Saint-Exupéry).
Hoedanook, ik heb er,
maar ik houd ze voor mezelf, zodat ik alleen bij mezelf te biechten moet gaan
en ik voor mezelf geen nodeloze mentale stress veroorzaak. Nu de wereld,
ondanks het feit dat sommigen heel hard hun best doen, tot nader (nieuwe) orde nog
altijd niet is vergaan, gaat het vanaf nu misschien toch een beetje meer à l’aise.
No comments:
Post a Comment