De tuin. Je zou niet verwachten dat er in de vochtige en koude (of soms minder koude) januarimaand iets te beleven valt. Al het groen is, net als de NMBS overigens ook weer dezer dagen, ongegeneerd tot traagheid teruggebracht. Vogels en eekhoorns, zelfs sporadische fazanten of watervogels, lummelen wat rond of prikken verveeld aan de noten en vetbollen, maar blijven vooral liever op hun behaaglijke nest zitten, vooral als er weer eens jagers de buurt onveilig maken. Nochtans is dit een maand waarin het voor ons alle hens aan dek is in de tuin, kwestie van niet voor een voldongen feit en onbegonnen werk te staan als we in maart of april na een abrupt einde van een lange koude weer een plotse explosie van nieuw groen beleven.
De drie knotwilgen in de voortuin waren aan een vestimentaire coupe toe, niet alleen om hun ware aard te behouden, maar ook en vooral omdat ze al dreigend dicht naar de overhangende elektriciteitsdraden begonnen te reiken, en we daar toch liever geen vuurwerk van zien komen. Aldus begonnen we twee weekends terug, gewapend met onze “Alligator”, aan deze zware taak, die bijna dreigde uit te groeien tot een sisyphusarbeid. Sommige ‘twijgjes’ waren al zo uit de kluiten gewassen, dat ze geheel onafhankelijk hadden kunnen postuleren voor knotwilg. En aldus konden we met onze Alligator maar bij mondjesmaat tewerkgaan, en kwam het snoeien en verwerken van het hout tot voor onze stoof hapklare brokken, niet verder dan een gezapig tempo van één wilg per zondagnamiddag. Traagheid alom, zoals ik al zei.
Maar er staat ons nog meer te doen, in deze stille maanden. Aangezien de fruitbomen (ook al) op hun traagst groeien in midwinter, is het aangewezen om die nu alvast te kortwieken, of je zit in de zomer weer met de gebakken peren, omdat hun takken zowel in de hoogte als in de breedte alle richtingen uitgaan. Een notelaar die er vóór de zomer het bijltje bij neerlegde, diende noodgedwongen te worden omgelegd, maar twee scheutjes met ambitie die nog niet aan opgeven dachten werden daarbij wel gevrijwaard, en zullen ons hopelijk binnen een jaar of 15 terug noten op onze zang bezorgen. Er is dus nog werk aan de winkel, en de volgende weekends zullen we nog zeker weten wat doen, al is het nu niet van die aard dat we niet weten van welk hout pijlen maken.
Om geheel in de groene sfeer te blijven, en in afwachting van het ontluiken van onze eigen fruitoogst, doen we tegenwoordig een beroep op de vitaminen die worden aangeleverd via een lokale Fairtrade-organisatie, onder de vorm van biogroenten en -fruit van Julienne. Het principe is eenvoudig: je maakt op de website de keuze van de pakketten die je wenst, mailt je bestelling door, en op maandagavond ga je ze bij je plaatselijke verdeler ophalen, voor een hele week verse biologische groenten en fruit aan een redelijke prijs, met enkele simpele muisklikken. Of hoe de winter die in de rest van Europa diep bruin en zwart kleurt, bij ons toch nog groen wordt...
No comments:
Post a Comment