Monday, 21 November 2011

Nowhere near my heart

Het voordeel van een cultuurabonnement dat je in juni aankoopt voor de volgende herfst en winter, is dat je goed op voorhand weet waarmee je vrije tijd op bepaalde avonden zal ingevuld zijn. Het nadeel is dan weer dat er gewoonlijk nog heel wat dingen bijkomen achteraf, zodat er wel al eens een opstopping kan ontstaan in je weekuiteinde, en je eerder moe dan uitgerust aan het weekend, dan wel aan de volgende week begint.

Donderdagavond mochten we zo weer op appel bij Braakland/Zhebilding, die ons het voorbije cultuurseizoen al betoverden met hun bijzonder muzikale versie van Dwaallicht, met Warre Borgmans. Dit keer was het de beurt aan “Adem” met Kris Cuppens, een door de acteur ook eigenhandig geschreven tekst over ziek worden, vergankelijkheid en met name de situering van dat alles in de grootsheid van het heelal. Of hoe je als terminaal zieke meteen ook wordt geconfronteerd met je eigen nietigheid in de orde der dingen, met alleen je familie en vrienden om die teniet te doen. De naam van Kris Cuppens deed aanvankelijk niet onmiddellijk een belletje rinkelen, maar zijn gezicht kwam wel bekend voor van één of ander sporadisch optreden in een Vlaamse TV-reeks. De BV-spotters in de rij achter ons maakten de rest van de zaal – uiteraard als het stuk al een eindje bezig was en iedereen er zijn aandacht trachtte bij te houden – kond van dat het ging om een voormalig rolletje in “Heterdaad”, wat een korte “aha-Erlebnis” opleverde bij de herinnering aan de nogal brutale journalist die hij daarin neerzette. Ik neem aan dat de heer Cuppens wellicht liever wordt gezien als een begenadigd film- en theateracteur, en –schrijver, dan als een bijrolletje in een niet zo denderende Vlaamse TV-reeks die wellicht diende voor het tijdelijke zout over de patatten.

Welaan dan, afgezien van het feit dat de zaal niet tot barstens toe was gevuld – het stuk is tevens nogal zwaar op de hand en pakte de toeschouwers meer dan eens op de ‘adem’ – kan ik alleen maar ontzag hebben voor iemand die een dergelijk stuk uit zijn pen kan schudden, met alle actuele elementen die erin vervat waren, en die kan verweven in het familiale aspect. Veel van de sfeerschepping gebeurt, zoals altijd bij de Braakland Boys, door de muziek die à la carte bij het stuk wordt geserveerd, ditmaal, naast de lekkere Ephraïm Cielen, o.a. voor rekening van de Laïs girls, die daarbij beter uit de hoek kwamen dan bij hun laatste eigen optreden. Een pakkende voorstelling, voor wie ook van ander theater houdt, waarbij de pap niet in de mond wordt gegeven.

  
And now for something completely different… Vrijdagavond was het uitkijken naar “Proefstuk”, wat aanvankelijk werd aangekondigd als een ‘ludieke kookkwis’, wat mijn zus en mijzelf zo deed watertanden dat we ons onmiddellijk inschreven. Er werd ons een kwis beloofd met proevertjes, praktische proeven en nog meer van dat fraais, rond ‘streekgerechten en ingrediënten eigen aan onze streek’. Het kookboek van de Boerinnenbond werd al klaargelegd als potentiële leerstof, want ik vermoedde dat het dit keer wel wat verder zou gaan dan het gebruikelijke onderscheid tussen ‘larderen’ en ‘barderen’, of de ingrediënten van een Hollandaisesausje in andere kwissen. Zowat 4 dagen voor de kwis werden we er nog eens aan herinnerd, en werd er aangekondigd dat het vooral zou gaan over de ‘brede toeristische regio’ Scheldeland en zijn specialiteiten. Die ‘brede’ regio zou echter ook de Bloemenstreek, de Faluintjesstreek, het Meetjesland enz. bestrijken; streken waarvan sommige mij niet alleen onbekend in de oren klonken, maar bovendien werd het culinaire aspect al danig naar de achtergrond verdrongen, met uitzondering van de kookwedstrijd voor de twee finalisten van de kwis. Uiteindelijk bleek dat de organisatoren met ‘de brede toeristische regio Scheldeland’ doelden op zowat heel Oost-Vlaanderen en Klein-Brabant, van het Willebroekse tot het Gentse Zeekanaal, waardoor de vooropgestelde eigen streek toch wel een zeer rekbaar begrip bleek. Maar geen nood; alle toeristische websites van hier tot in Gent maken maar al te graag melding van alle culinaire exploten uit hun streek, zodat ik toch de kans schoon zag om mij een paar uur voor de kwis gauw enkele benamingen eigen te maken, nog steeds in de veronderstelling dat de rest van de ‘ludieke’ ervaring (zoals aangekondigd) zou draaien rond de praktijkdemonstraties ter plaatse.

Edoch, niets van dat alles. Toen de kwis al ruim 2 reeksen ver was, begon het ons te dagen dat het culinaire beperkt zou blijven tot de hapjes die bij hoge regelmaat werden gevoederd aan alle deelnemers, door de leerlingen van het Opleidingscentrum Merchtem, en dat het dus veeleer een demonstratie was van hun kunnen en ons proeven. Nadat we er al waren achter gekomen hoe het stadhuis van Wetteren eruitzag, wie deze of gene sluis in de Gentse Kanaalzone had gebouwd, hoeveel veren er zich op de Schelde tussen Hamme en Baasrode bevinden, wat de benamingen ervan waren, hoe de veermannen heetten, hun kinderen, vrouwen, boten, enz., bleek steeds meer dat de ‘eigen streek’ in deze kwis al even ver van ons bed was dan het culinaire aspect, dat zich haast beperkte tot het lievelingsgerecht van Luc van Jeanneke van Louis van Suske de veerman. Niks geen vragen over Blaasveldse Broekventjes, voorbeelden van palingbereidingen, cuissontechnieken of andere dingen van wat we tot nu toe geleerd hadden. Behalve de hapjes die uiteindelijk tot in den treure werden rondgeleurd (omdat iedereen welhaast voldaan was), had dit niets te maken met enigerlei culinaire kwis, en al zeker niet uit eigen streek. In feite kan het optreden van de folkband Axent nog tot één van de hoogtepunten gerekend worden. Enkel de apotheose, waarbij de 2 finalisten een keuze mochten maken uit in de achterkeuken aanwezige ingrediënten, die ons bij aanvang allemaal waren gedicteerd, en zo tegen de klok van elven nog moesten beginnen met het bereiden van een varkenshaasje of een stukje vis, vermoedelijk om achteraf tegen elkaar op te worden beoordeeld, droeg het enige culinaire aspect in zich.

Maar tegen die tijd hadden wij onze kar al lang gekeerd in de richting van onze schromelijk vergeten eigen regio Klein-Brabant. Voor ons voorlopig geen twijfelachtige cuisson meer.

No comments: